Les 1: Lesfasenmodel

Lesfasenmodel

Onderstaande les komt uit de methode Moet je doen voor groep 7 en 8. Samen met Vincent Vonk, Martijn Uijlenhoed en Annika den Dulk heb ik deze les omgezet naar het lesfasenmodel en gekeken of alle fases goed doorlopen worden.
Ook hebben we tijdens deze les van papier een toren gemaakt. Dit wordt ook hieronder besproken.
 




 
 



THEORIEKAART BIJ BEELDEND 1
LESFASENMODEL
ACHTERGRONDKENNIS BIJEENKOMST
Receptief, reflectief en productief
Kennismaken door erover te lezen of ernaar te kijken is het receptief met beelden omgaan, waarbij het gaat om de directe ervaring. Bij reflectie wordt afstand genomen van een beeld en geprobeerd onderlinge verbanden te leggen. Hiervoor zijn theoretische kennis en vaardigheden nodig. Om te leren kijken naar beelden moet er in het onderwijs zoveel mogelijk gekoppeld worden aan praktijkactiviteiten. Theoretische verdieping uit kennis en vaardigheid in het toepassen van beeldende middelen komt tot uiting bij productie.
Lesfasenmodel
Het lesfasenmodel vormt de structuur van een les beeldende vorming:
Voorbereiding
Context
Deze les beeldende vorming bestaat uit twee lessen. In de eerste les hebben de kinderen afbeeldingen bekeken van beeldhouwwerken over de verschillende relaties tussen mens en dier. Ze hebben een grove vorm gemaakt van een beeld van mens en dier. In deze 2e les bekijken ze nogmaals deze afbeeldingen en gaan ze dit beeld verder uitwerken. Deze les sluit aan bij hun beleving van de eerste les en de materialen die ze daar gezien hebben.
Basisplan
Het basisplan staat in de les beschreven onder de kopjes Doel (boetseren van een beeld van (de relatie tussen) mens en dier), Begrippen, Benodigdheden, Ruimte, Tijd, Voorbereiding (p. 25-26)
Receptie
/Oriëntatie
Introduceren
In de Inleiding op p. 27 staat beschreven hoe de afbeeldingen van mens en dier nogmaals besproken worden. De leerkracht benoemt verschillende beeldaspecten (vorm, details, abstract/realistisch). De leerlingen zullen hierbij voornamelijk kijken en vergelijken.
Informeren
De afbeeldingen, die beschreven zijn als bijlage 4,5 en 6, worden gebruikt voor de beeldbeschouwing.
Instrueren
Op pagina 28 en 29 onder de kopjes Opdracht en instructie wordt het beeldend probleem (de opdracht met kaders) beschreven.
Productie
/Uitvoering
Observeren
Op p. 29 onder Begeleiding staat beschreven hoe je de leerlingen kunt begeleiden en op welke dingen je moet letten bij je observatie.
Begeleiden
Zie p. 29 Begeleiding
Afronden
Zie p. 29 Opruimen
Reflectie
/Nabeschouwing
Nabespreken
Op pagina 30 staan een aantal reflectievragen geformuleerd om te evalueren of de doelen zijn behaald en de werkstukken te bekijken (hoe is de relatie tussen mens en dier weergegeven, veel/weinig details)
Beoordelen
Er worden geen beoordelingscriteria genoemd, er wordt wel gesuggereerd om te kijken of de beelden één mooiste kant hebben.
Presenteren
Een aantal(zeer verschillende) beelden wordt uitgezocht om te bekijken.
Evaluatie
Evalueren
De reflectievragen geven mogelijkheid om de opdracht en randvoorwaarden te evalueren.

Koppeling theorie


Receptieve fase. Deze les beeldende vorming sluit goed aan bij de belevingswereld van kinderen. Een aantal kinderen zullen zelf thuis dieren hebben, maar alle kinderen zullen wel een relatie voelen met betrekking tot dieren. Door dit in een les BV te verwerken zullen ze deze relatie voor zichzelf concreet maken en wellicht op een andere manier benaderen. Door voorbeelden te zien van andere beelden van de relatie tussen mensen en dier kunnen ze geïnspireerd raken.

De receptieve fase in deze opdracht is niet heel sterk uitgewerkt. Er wordt wel met de kinderen over de beelden gesproken, maar de hele inleiding beslaat slechts 10 minuten. Hierdoor zal er weinig ruimte zijn voor reflectie en beeldbeschouwing door de leerlingen op de 3 afbeeldingen die getoond worden. Door meer tijd te besteden aan de receptieve fase kunnen leerlingen ook meer inspiratie opdoen voor hun eigen beeld. Wellicht is dit wel gebeurd in de eerste les over dit onderwerp.

Kern. Door deze les leren de leerlingen de genoemde vorm- en compositiebegrippen herkennen en toepassen. Ook krijgen de leerlingen voldoende tijd tijdens de kern om de opdracht uit te voeren.

Reflectiefase. Voor de reflectiefase staan een aantal goede vragen beschreven. Hierbij wordt de opdracht en de begrippen duidelijk benoemd en geëvalueerd. De beeldhouwwerken worden niet door de andere leerlingen beoordeeld, dit vind ik een sterk punt van de les, mooi of lelijk is volgens mij een waardeoordeel en geen feit. Wel wordt er kritisch gekeken of aan de opdracht voldaan is en krijgen leerlingen de mogelijkheid hun keuzes toe te lichten. Wel ontbreekt er een beoordelingsmatrix.
 
Toren bouwen
 
 
Voor we begonnen aan het knippen en plakken van onze toren kregen we een korte inleiding over de Eiffeltoren die heel hoog is en daarna meteen de opdracht om een toren te bouwen waarbij we bovenin moesten laten zien waar we goed in wilden worden. We wisten dat we niet veel tijd hadden dus iedereen in de groep begon stroken te vouwen en te knippen en daarna kubussen te plakken van verschillende groottes. We hadden geen afgesproken beeld van hoe de toren in elkaar gezet zou moeten worden dus uiteindelijk bleek dat de kubussen te verschillend waren van grootte en niet op elkaar gestapeld zouden kunnen worden. Wat in eerste instantie een hele simpele opdracht leek met weinig uitdaging, bleek toch niet zo makkelijk uitvoerbaar.
 
Na het knippen en plakken kregen we de aangepaste instructie te zien, met illustratiemateriaal (een filmpje en plaatjes), een concretere opdracht, en suggesties voor het groepsproces.
Deze aanpassing maakte heel goed duidelijk hoe belangrijk de receptieve fase en instructie is bij een les beeldende vorming. We begonnen zonder enig idee of inspiratie aan onze toren en werkten ongestructureerd. Als we meteen de beelden hadden gezien hadden we hierover kunnen praten en een plan en taakverdeling kunnen maken.
Er was geen duidelijk beeldend probleem en het beeldmateriaal ontbrak vrijwel volledig. Hierdoor sloot de opdracht ook niet aan bij onze belevingswereld. Daarnaast was er te weinig tijd om de opdracht uit te voeren, ook omdat we zelf eerst de stroken papier moesten vouwen en knippen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten